Luisteren
Je denkt misschien
dat je wat moet zeggen
Je denkt misschien
dat je me moet opvrolijken
Je wilt me misschien weer
zien lachen
en genieten
Je denkt misschien
dat je me moet troosten
“Mensen vragen me of het alweer beter met me gaat. Nou nee, wat denk je zelf? Het gaat alleen maar slechter met me. Met drie jonge kinderen kom ik er ook helemaal niet aan toe om stil te staan bij wat er allemaal gebeurd is de afgelopen maanden. Ik moet door, voor hen”.
“Het is nu 4 maanden geleden. Ik begin zijn stem te vergeten, dat is echt heel erg. Ik ben nog steeds kapot van zijn dood en iedereen gaat gewoon door met leven”.
Dit is de uitspraak van jou, puber van 16 jaar. Je vader sterft na een kort ziekbed. Hij was je alles.
Ik begeleid jou nu een paar maanden. De eerste weken ben je een waterval van woorden en zinnen, je blijft maar praten en praten. Je struikelt over je eigen woorden. Ik stel je af en toe een verhelderende vraag, maar hoef niet veel te zeggen. “Ik ben zo blij dat u gewoon naar mij luistert en dat ik hier gewoon kan praten. Thuis kan ik met niemand praten, niemand hoeft te weten hoe ik me voel”.