Je vertelt me dat je de laatste dagen erg verdrietig bent en huilt in bed, je mist je papa heel erg. Jij bent een meisje van 11 jaar, je papa is bijna 3 jaar geleden overleden. Je komt sinds een paar maanden regelmatig bij mij om over je verdriet en over papa te praten. Dat vind je fijn.
Vandaag vraag ik je hoe jouw verdriet eruit ziet. Je kijkt me met grote, vragende ogen aan en haalt je schouders op, je kunt er geen antwoord op geven.
Regenboog
Ik leg een maagdelijk wit, vierkant vel papier en pastel- en oliekrijt voor je neer. “Laat maar zien hoe het eruit ziet, welke kleur heeft het? Welke vorm? Is het groot of klein?” “Moet het een vorm hebben?” vraag je. “Nee hoor, volg je gevoel maar. Het is jouw verdriet”. Je kijkt naar het vel en de krijtjes, pakt een rood pastelkrijtje en gaat aan de slag. Na rood volgt oranje, geel, paars, groen en blauw. Iedere kleur breng je aan met een krijtje en wrijf je daarna met je vingers voorzichtig uit, zodat de kleuren zachter worden en uitvloeien. Je vult het hele papier. Er ontstaat een soort regenboog.
Verdriet in laagjes
Als je klaar bent, veeg je je handen af en kijk je naar je verdriet. Ik laat bewust even een stilte vallen. Als je me weer aankijkt vraag ik: “Wil je iets vertellen over wat je getekend hebt?” Je kijkt weer naar het gekleurde papier en zegt: “Mijn verdriet heeft allemaal laagjes en is steeds anders”. Je wijst naar de gele boog: “Soms ben ik heel blij, dan denk ik aan papa en wou ik dat hij erbij was. Dan mis ik hem, maar ben ik toch nog steeds blij”. Je wijst naar de rode boog: “Soms denk ik aan papa en dan word ik boos. Ik heb maar zo weinig met papa beleefd. Ik was pas 8 jaar toen hij dood ging en ik weet er nog maar zo weinig van. Dan ben ik echt boos en ook heel erg verdrietig, ik wilde dat ik hem langer had gekend!” Je kijkt weer naar je verdriet op tafel, je wijst naar groen en blauw: “Meestal is het verdriet gewoon rustig, dan heb ik er niet echt last van”. Na een stilte vervolg je: “Soms is het ver weg en klein, soms is het dichtbij en groot, maar het is er altijd!”