“Het is nu 4 maanden geleden. Ik begin zijn stem te vergeten, dat is echt heel erg. Ik ben nog steeds kapot van zijn dood en iedereen gaat gewoon door met leven”.
Dit is de uitspraak van jou, puber van 16 jaar. Je vader sterft na een kort ziekbed. Hij was je alles.
Ik begeleid jou nu een paar maanden. De eerste weken ben je een waterval van woorden en zinnen, je blijft maar praten en praten. Je struikelt over je eigen woorden. Ik stel je af en toe een verhelderende vraag, maar hoef niet veel te zeggen. “Ik ben zo blij dat u gewoon naar mij luistert en dat ik hier gewoon kan praten. Thuis kan ik met niemand praten, niemand hoeft te weten hoe ik me voel”.
Je bent doodmoe en je hebt slaapproblemen. Dat begrijp je niet en het lucht je op als ik je vertel dat dit hoort bij rouwen. Rouwen kost heel veel energie en daar word je doodmoe van. Op school gaat het niet goed. Gelukkig is je mentor een rots in de branding en wordt er meegedacht over jouw situatie, waardoor er voor jou meer ruimte en rust ontstaat.
En ondertussen praat je maar door en door. Ik heb iedere keer allerlei werkvormen voorbereid voor tijdens de begeleiding, maar dat is niet wat je nodig hebt. Je hebt een luisterend oor nodig. Dus ik luister naar je en stel af en toe een vraag….
Vervolgens is er een hele berg boosheid die eruit komt in een stortvloed van woorden. Je bent boos op alles en iedereen, vooral je vriend heeft het zwaar te verduren, vertel je, terwijl hij zo lief is… en daardoor word je weer boos op jezelf.
Als de stortvloed aan woorden en de boosheid geleidelijk aan minder worden leg ik je het duale procesmodel uit en laat ik jou vertellen wat jij doet in het verliesgerichte deel en in het herstelgerichte deel (ik noem dit verlies- en hersteleiland) en vertel ik je dat dit in balans zou moeten zijn. Er gaat een wereld voor je open. “Dus het is oké als ik gewoon ga werken en met mijn vriendinnen afspreek?” Je familie denkt daar anders over. Die zitten lamgeslagen op de bank en begrijpen jou niet, waardoor jij je nog eenzamer voelt.
De vorige afspraak heb ik je het rouwfasenmodel van Kubbler-Ross laten zien. Als ik je de verschillende fases van de curve uitleg valt er een heleboel voor jou op zijn plek. “Ja, dat herken ik. Zo was ik ook (ongeloof en boosheid) en nu ben ik bij verdriet”. Ik vertel je dat dit ook weer terug kan komen, als er iets gebeurt dat je dan weer terug kunt vallen in het ongeloof en de boosheid. Je vraagt of je het model mee naar huis mag nemen, om te bespreken met je moeder.
Een paar dagen later krijg ik een spraakmemo van jou. Je hebt de curve met je moeder besproken en haar het verlies- en hersteleiland uitgelegd. En je hebt je moeder vertelt dat je gesprekken met mij hebt. Nu wil je moeder ook graag met mij praten!
Dit is een doorbraak!